
Omdat onze reis in Texas letterlijk in het water viel, besloten we door te rijden naar de zon. De eerste tussenstop na Texas was Tucson, Arizona. En omdat we graag ook wat natuur wilden zien, besloten we Mount Lemmon te bezoeken. Uiteraard wilden we de Scenic Byway rijden: de makkelijkste manier om iets van de omgeving te zien. De reviews op Tripadvisor zijn erg goed en het werd één van de hoogtepunten van de vakantie.

Mount Lemmon: de feiten
Mount Lemmon ligt in het Santa Catalinagebergte, ten noorden van Tucson. De berg is 2791 meter hoog en ligt ook in het Coronao National Forest, ten noorden van Tucson. Hij is vernoemd naar botanicus Sara Plummer Lemmon en de naam heeft dus niks met de gele bladeren aan de bomen te maken.
In de winter kun je uitstekend skiën in de Mount Lemmon Ski Valley: hier valt jaarlijks vijf meter sneeuw. Op de top van de berg ligt een klein dorpje: Summerhaven. Houten cabins kom je dus overal in de omgeving tegen. Op de top van de berg ligt ook Mount Lemmon Observatory, wat je kunt bezoeken.

Sky Island Parkway
Om op Mount Lemmon te komen, volg je de Sky Island Scenic Byway. De weg heet ook wel de Catalina Highway, Mount Lemmon Highway óf Hitchcock Highway en loopt helemaal door tot de tot van de berg. Tijdens de rit kom je door allerlei verschillende soorten natuurgebieden én klimaten. Zo begin je in de hete Sonorawoestijn met de bekende saguaro cactussen, bevind je je opeens in een bos en kom je tot slot uit in een ski-dorp, waar het ook in de zomer best fris kan zijn.
Tip: een auto huren? Vergelijk prijzen via TUI Cars!

Van de woestijn naar het bos
Het is bijna niet te beschrijven hoe bijzonder de Scenic Byway is. Vol verbazing – ondanks dat we er over hadden gelezen – stapten we uit bij één van de parkeerplekken. Opeens stonden we in een koeler, vochtig bos dat heerlijk rook naar dennenbomen.

Terwijl je verder naar boven rijdt, kom je op een grote parkeerplek. Stop hier vooral, want als je naar de uitkijktpunten gaat, dan heb je een prachtig uitzicht. Toen wij er waren, stond er een groepje jongeren met krankzinnig harde muziek aan op de parkeerplaats, maar ik kan me voorstellen dat het hier normaal lekker rustig is.
Je kunt een heel stuk verder naar de rotsen lopen en je kunt er natuurlijk ook bovenop klimmen voor foto’s zonder andere toeristen.

De gele Aspen van Mount Lemmon
Nadat we hadden genoten van het uitzicht, gingen we verder de berg op. Hier komen we steeds meer bomen tegen met een witte bast en gele bladeren. Aspen leren we al snel, oftewel ratelpopulieren.

Er zijn drie restaurants op Mount Lemmon: Sawmill Run Restaurant. Mt Lemmon Cookie Cabin en Iron Door. Ik at een heerlijke burger bij Sawmill Run. De Cookie Cabin werd ons aangeraden door een vaste gast.
De General Store En de winkel van binnen
De zelfgemaakte fudge is de moeite waard!
Mount Lemmon General Store
Links van het bovengenoemde restaurant ligt de Mount Lemmon General Store. Een soort kampeerwinkel met tandpasta, BBQ kolen, conserveren en meer van dat soort handigheden. Ideaal als je er in de buurt logeert, maar niet persé nodig als je er maar een dag bent. Natuurlijk kun je hier ook terecht voor toeristische dingetjes én ze verkopen goddelijke, zelfgemaakte fudge. Alleen al voor de fudge en het gebouw zelf, een log cabin, zou ik de General Store willen aanraden.

Helemaal aan de top van Mount Lemmon heb je opnieuw een schitterend uitzicht, al kun je er niet zoveel doen. Gelukkig maak je mijn man al blij met een stel bomen waar je in kunt klimmen, dus hij was helemaal in zijn element 😉