
De Kennedy’s, deel drie: John F. Kennedy
Het einde van Camelot
Op 22 november 1963 klonk wederom vanaf het Noord-Amerikaanse continent een shot heard around the world. Net als de vorige keer, aan het begin van de Amerikaanse Revolutie, leidde het schot ook nu een turbulente periode in. Ook Walter Cronkite, de stem van Amerika en doorgewinterd journalist, hield het niet droog toen hij zijn landgenoten moest vertellen dat president John F. Kennedy was vermoord. Voor Jackie Kennedy betekende het het einde van een tijdperk. In een interview met Life in het weekend volgend op de fatale aanslag op haar man kreeg het een naam: the end of Camelot.
“Ask not what your country can do for you, ask what you can do for your country.”
President John F. Kennedy tijdens zijn inauguratie.

President John F. Kennedy
The end of Camelot dus. Met die bewoording werd een krachtige mythe over het presidentschap van Kennedy geschapen. Camelot was immers het hof van Koning Arthur, een ethisch onaantastbare plek waar al het goede in de wereld samenkwam. Zo leek het in eerste instantie ook met het presidentschap van Jack Kennedy. Zijn overwinning, als eerste katholieke president en ook nog op zijn 43-jarige leeftijd: in de Verenigde Staten was echt alles mogelijk. De mensen die hij vervolgens om zich heen verzamelde om hem te helpen het land naar zijn ideaal te vormen, waren uit hetzelfde hout gesneden. Jong, ambitieus, gezegend met hetzelfde stijlgevoel en zelfvertrouwen als de Kennedy’s. Én oudgedienden van Harvard. Er heerste een typisch Amerikaans optimisme over de toekomst van het land. “We have it in our power to begin the world over again”, vatte Thomas Paine dit geloof een kleine twee eeuwen eerder samen. Zo leek het in eerste instantie ook.
De Cuba crisis
De realiteit bleek helaas weerbarstiger. Zijn beste intenties ten spijt kon John F. Kennedy niet voorkomen dat integratie in de zuidelijke staten hand in hand ging met geweld tegen Afro-Amerikanen. Een op papier goed klinkend plan voor de bevrijding van Cuba pakte totaal verkeerd uit en kostte direct en indirect honderden het leven. De betrekkingen met zowel Cuba als de Sovjet-Unie daalden tot het vriespunt. Datzelfde jaar ontmoette Jack zijn tegenpool Nikita Chroesjtsjov in Wenen. Naderhand verklaarde hij dat Chroesjtsjov hem een verbaal pak slaag had gegeven.
Een jaar later kwam het bijna tot een daadwerkelijke oorlog tijdens de Cuban Missile Crisis. Hoewel de wereld hier ontsnapte aan een nucleaire holocaust waren de gevolgen ingrijpend. Om niet als zwak gezien te worden trok Jack in Vietnam de spreekwoordelijke streep in het zand. Wat volgde was een tragikomedie qua beleid en communicatie die zijn gelijke in de moderne geschiedenis niet kent. In The Best and the Brightest documenteerde journalist David Halberstam precies wat er wanneer en waarom mis ging. Het is een testament aan de intellectuelen van de Kennedy-administratie en hun ijzeren geloof in een maakbare realiteit. Vietnam beheerste en erodeerde het presidentschap van zowel Lyndon Johnson als Richard Nixon, sloeg een diepe wond in het Amerikaanse zelfvertrouwen en is tot op de dag van vandaag voelbaar. Pas onder Ronald Reagan hervond het land iets van het optimisme van John F. Kennedy.

Het icoon John F. Kennedy
Toch blijft Camelot een aansprekende metafoor voor de Kennedy-jaren. Het optimisme en het zelfvertrouwen dat hij de Amerikanen schonk, in een tijd van grote sociale veranderingen en een steeds complexer wordende wereld, mogen niet onderschat worden. Dat hij daarna vermoord werd past in de mythevorming rond zijn persoon: hij was een goeie, en daarom moest hij dood. Het is wellicht ironisch, maar de belangrijkste erfenis van Jack bestaat niet uit zijn daden maar uit zijn imago. Hij belichaamde op geheel eigen wijze de Amerikaanse droom, en daarom is hij nog steeds een van de meest geliefde en populaire presidenten. Het gerucht gaat dat hij Marilyn Monroe door de gangen van het Witte Huis smokkelde om met haar vreemd te gaan.
De moord op John F. Kennedy
Terwijl president Kennedy samen met Jacky in een open limousine over Dealey Plaza in Dallas, Texas rijdt, wordt hij twee keer neergeschoten met een geweer. Hij wordt één keer in zijn hals geraakt en één keer krijgt hij een fataal shot in zijn hoofd. Om 12.30 uur wordt de president neergeschoten. Vijfentwintig minuten later overlijdt hij in Parkland Memorial Hospital. Lee Harvey Oswald wordt gezien als de dader van de moord, al zijn er ook veel complottheorieën. Oswald wordt na enkele dagen vermoord door nachtclubeigenaar Jack Ruby. In het schoolboekenmagazijn aan Dealey Plaza, vanwaar Oswald heeft geschoten, is het The Sixth Floor Museum te bezoeken. Dit is een tentoonstelling over John F. Kennedy, zijn presidentschap, leven en dood.